dep. van Frankrijk, begrensd ten n. door België en Luxemburg ten o. door Elzas-Lotharingen. De grond is heuvelachtig, in het n. zijn vertakkingen van de Ardennen, in het z. uitloopers van de Vogeezen.
De voornaamste rivieren zijn de Moezel met de Euron en Meurthe, de Orne en Seille. Het dep. wordt doorsneden door het Maine-Rijn-kanaal en door verscheidene zijtakken van de fransche O.-spoorwegen. De grond is vruchtbaar en brengt graan, aardappelen, hop en vlas voort, ook wijn. De veeteelt is tamelijk bloeiend. Van de mineralen komt ijzer het meest voor; fabrieken zijn er verscheidene, de handel is levendig. De hoofdplaats is Nancy; 446.000 inw.