1) De H. M. de Groote of de Egyptenaar (van Egypte), uit Thebaïs, een leerling van den H.
Antonius, omstreeks 300 —390 na Chr., woonde ongeveer 60 jaren in de woestijn; feestdag 15 Jan. De hem toegeschreven 56 homilieën werden uitgegeven door Pritius (Leipzig 1698), zijn brieven door Flosz (Keulen 1850).2) M. de Jonge of de Alexandrijn (van Alexandrië), eveneens een asceet, geb. 304, overl. 404, liet zich eerst op 40-ja,rigen leeftijd doopen en werd priester, trok zich terug in de woestijn, waar hij in den roep van groot wonderdoener overleed; feestdag 2 Jan.
3) M. Magnes, waarschijnlijk identiek met den bisschop van Magnesia, die in 403 tegenover den H. Joannes Chrysostomus optrad, heeft een apologie geschreven onder den titel Apocriticus (uitgeg. door Blondel, Parijs 1876).
