Cryptogamen, bloemlooze of bedektbloeiende, bij Linnaeus alle planten die geen van meeldraden en stempels voorziene bloemen en ook geen eigenlijke vruchten voortbrengen, en bij welke naar hij geloofde een geslachtelijke vermenigvuldiging misschien wel bestond, doch uitwendig niet waarneembaar was. Linnaeus vereenigde deze planten in de 24ste klasse van zijn stelsel.
In werkelijkheid vermenigvuldigen de meeste K. zich langs geslachtelijken weg en de daartoe dienende organen zijn, met weinige uitzonderingen, thans nauwkeurig bekend. Om die reden is de naam K. (bedektparenden, verborgen-bloeienden) eigenlijk niet meer toepasselijk; men heeft hem echter behouden en vat er nog thans de klassen der vaatcryptogamen, mossen, zwammen en algen (zie deze artikelen) onder samen.