Gepubliceerd op 23-02-2021

Kersen

betekenis & definitie

naam der vruchten van sommige soorten van het plantengesl. Prunus (zie ald.) De gewone zoete K„ met rood hard vruchtvleesch, komen van Prunus avium, een 5—12 meter hoogen boom, met afstaande takken, gerimpelde, van onderen zacht behaarde bladen en witte bloemkronen; de groote hartvormige knapkersen met geelachtig of rood vleesch levert Prunus duracina, een gekweekte variëteit van den vorige; de zure kersen zijn afkomstig van Prunus cerasus, een 21/2—6 m. hoogen boom of heester met slanke, afstaande of hangende takken, glanzende, elliptische bladen, witte bloemkroon, afkomstig uit Klein-Azië; deze soort heeft twee hoofdvormen, de meikers (sap van het vruchtvleesch kleurloos) en de morel (sap van het vruchtvleesch roodachtig); de laatbloeiende kers, Prunus serotina, een sierstruik uit N.-Amerika, geeft zwartpurperen vruchten; van den laurierkers, Prunus kauro-cerasus, uit Zuid-Europa, is de vrucht zwartachtig.