Gepubliceerd op 23-02-2021

Keltische talen

betekenis & definitie

een familie van den indogermaanschen taalstam (zie Indogermanen), die in de oudheid zich over een groot gebied uitstrekten (zie Kelten; Gallië; Groot-Brittannië en Ierland, taal). De oud-gallische tak der Kelten is uitgestorven; bewaard gebleven zijn bij de latijnsche schrijvers en op latijnsche inscripties vele eigennamen, bovendien enkele opschriften en eenige in het latijn overgegane woorden.

De Kelten der britsche eilanden hebben voor een gedeelte hun taal bewaard. Haar moderne dialecten bestaan uit twee groepen: 1) Gaelisch (zie: Groot-Britannië en Ierland, taal) of goidelisch, gesplitst in iersch (in Ierland, zie: Iersche taal en letterkunde), gaelisch (in Schotland) en manx (op het eiland Man). 2) Britsch, verdeeld in kymrisch of welsch (in Wales, zie: Kymrische taal en letterkunde), cornsch (in Cornwallis, in de 18de eeuw uitgestorven) en bretonsch (in fransch Basse-Bretagne).De Kelten op het vasteland bedienden zich eerst van het grieksche, later van het romeinsche alphabet. Van hun letterkunde is niets bekend; de Druïden verboden het schriftelijk opteekenen van hun leer; de wereldlijke zangers en dichters heetten barden. De Kelten op de eilanden ontvingen hun alphabet van de Romeinen en de christelijke missionarissen; daarnaast vindt men een schrift, dat met de runen vergeleken kan worden, door de Ieren Ogham (zie ald.) genoemd. Een rijke oude letterkunde in het keltisch bezitten Ierland (zie: Iersche taal en letterkunde) en Wales. Algemeene werken over de K.t. zijn: Lhuyd,'Archaeologia Britannica (Oxford 1707); Prichard, The eastern origin of the celtic nation (Londen 1831; nieuwe dr. 1857); Bopp, Heber die Keltische Sprachen vom Gesichtspunkte der vergleichenden Sprachforschung (in de „Philol.-histor. Abhandl. der k.

Akad. der Wissensch.”, Berlijn 1838); J. K. Zeuss, Grammatica cellica (ald. 1853; 2de dr., door H. Ebel, ald. 1871); D’Arbois de Jubainville, Etudes grammaticales sur les langues celtiques, I (Parijs 1881); Stokes, Vrkellischer Sprachschatz (Güttingen 1894). Vergeh voorts de „Revue celtique” (uitgeg. door Gaidoz, Parijs 1870 vlgg.) en „Zeitschrift für vergleichende Sprachforschung.”