(lat., van cunabula, wieg) letterlijk: wiegedrukken; oudste gedrukte boeken uit den tijd, toen de boekdrukkunst nog in haar kindsheid verkeerde; ook palaeotypen genaamd. Tot de I. worden door sommigen slechts die boeken gerekend, welke tot het jaar 1500 verschenen, en hun aantal wordt op 20.000 geschat; anderen rekenen daartoe nog boeken uit latere jaren, maar alleen dan, wanneer die drukwerken eerstelingen zijn op de plaats waar zij gedrukt werden.
Het meest gezocht zijn wel die drukkers, van wie men weet dat zij slechts zeer kleine oplagen vervaardigden; perkamentdrukken uit de laatste tientallen jaren der 15de eeuw; werken met zeer kunstigen en ongewonen druk; de eerste uitgaven (editiones principes) van grieksche en latijnsche klassieken, waarvan er vele gelijk gesteld worden met handschriften; de werken uit beroemde drukkerijen; eerste drukken met houtsneden, kopergravuren enz. Aanvankelijk werd op perkament gedrukt, later bijna alleen op papier, dat over het algemeen sterk en wit is en den zeer zwarten druk aangenaam doet uitkomen; het watermerk laat gewoonlijk den tijd vaststellen, waarin het boek gedrukt werd, indien er geen nadere aanwijzing in het boek zelf bijgedrukt is. Het formaat der eerste boeken was folio; de letters gelijken nog zeer veel op het gotische schrift der monniken, later kwam de z.g. Schwabacher letter in gebruik, nevens de ronde romeinsche (antiqua). Het eerste met gegoten letter gedrukte grieksche boek is de Grammatica yracca van Lascaris (Milaan 1476). De initialen werden gewoonlijk niet gedrukt, maar later in andere kleuren, dikwijls met goud en kostbaar versierd, geschreven of geteekend.
De oudste drukken hebben voorts geen doorloopende cijfers voor de bladzijden; het eerst kwamen bladcijfers in gebruik, voor de bladzijden eerst later;-men bezigde daarvoor romeinsche cijfers, terwijl de arabische, hoewel nog in zeer onvolmaakten vorm, omstreeks 1470 en in hun tegenwoordige gedaante eerst tegen het einde der 15de eeuw voorkomen. Titelbladen zoekt men in de oudste I. tevergeefs; het eerste boek dat er een had, moet in 1485 door Jenson te Venetië gedrukt zijn; ook verschilde hun vorm langen tijd aanmerkelijk van de tegenwoordige titelbladen. Naam van den drukker, plaats en tijd worden gewoonlijk op het eind van het werk vermeld of ontbreken geheel. De geldelijke waarde van I. loopt zeer uiteen; voor sommige zijn fabelachtige prijzen besteed. De wetenschappelijke -waarde daarentegen is steeds groot; wij wijzen er alleen op, dat zij vele verloren gegane handschriften geheel vervangen. Literatuur: Panzer, Annaies tijpographici ah ar lis invmtae origine ad annum 1536 (4 dln., Neurenberg 1793—1803, nauwkeurige en zoover mogelijk complete opgave van I. evenals het volgende) en Mittaire, Annaies typographici ab art is invenlae origine ad annum 1557 (5 dln., Den Haag 1719—41), waarbij M.
Denis twee supplementdeelen uitgaf (Weenen 1789), Serna Santander, Dietionnaire bïbliographique (3 dln., Brussel 1805—1807) voor hollandsche én spaansche L, G. Brunet, La France litteraire (Parijs 1865) voor fransche. Johnson, Typographia (Londen 1824) en Blades, Life and 'typograpluj of Caxton (2de dr., ald. 1882) voor engelsche, Hain, Repertorium bibliographicum (4 dln., Stuttg. 1826—38), met register van K. Burger (Leipz. 1891).