gewoonlijk Geert Groote genoemd, stichter van de Vereeniging van de zusteren en broederen des gemeenen levens, geb. in Oct. 1340 te Deventer, legde zich van zijn jeugd af op de beoefening der wetenschappen toe, studeerde te Parijs en leidde later als kanonikus te Aken en te Utrecht een wereldsch leven, tot in 1374 een verandering intrad; G. gaf daarop al zijn bezittingen aan kloosters en andere religieuze instellingen, begon te prediken en zich aan goede werken te wijden, stichtte omstreeks 1376 met Florentius Radewins bovengenoemde vereeniging, en overl. 20 Aug. 1384, besmet door de pestlijders, die hij met zelfopoffering verpleegd had. Zie W.
Moll, Geert Groote’s Dietsche vertalingen, door prof. Acquoy uitgegeven in de werken van de koninkl. Academie.