George colman

betekenis & definitie

Eng. blijspeldichter, geb. 28 April 1733 te Florence, overl. 14 Aug. 1794 in een krankzinnigengesticht; men heeft van hem een 35-tal, getrouw naar het leven uitgewerkte tooneelstukken, waaronder: Polly Honeycomb (1760), The jealous wife (1761), Clandestine marriage (1766, met Garrick), Ars poëtica (vertaling van Horatius, 1783,) enz. zijn Dramatic works verschenen 1777, zijn Miscellaneous works (3 din.) in 1787.— George C., zoon des vorigen, tooneelschrijver, geb. 21 Oct. 1761, overl. 26 Oct. 1836 te Londen, schreef The female dramatist (blijspel), Two to one (1784,) Veays and means (1788), The Mountaineers (1794), The iron chest (1796, naar Godwins Caleb Williams bewerkt The heir at law (1797), Bluebeard (opera, 1798), The poor gentleman (1802), John Bull (1805), The Africans (1808), The law of Java (1822); verder burlesken en memoires (Random records, Lond. 1830). Het leven en de werken van vader en zoon zijn door Peake beschreven in : Memoirs of the C. family, including their correspondence with the most distinguished personages of their time.