Gepubliceerd op 29-01-2021

Gallus (zuur)

betekenis & definitie

G-zuur. Een organisch zuur van de saamstelling CyHiOj, is in het plantenrijk algemeen verbreid, komt o.a. voor in de galuitwassen, in de thee, in de vruchten van Caesalpima coriaria. In zuiveren staat kristalliseert het met 1 molekuul kristalwater in witte, zijdeachtig glanzende naalden van een wrang-zuren smaak, die in kokend water gemakkelijk oplossen, evenals in alcohol en ether; het smelt bij 220°; bij verwarming wordt het ontleed in koolstofdioxyde en trihydroxylbenzol (pyrogalluszuur). IJzerchlorid slaat uit de oplossing een blauwzwart precipitaat neer. Als glycosid aan suiker gebonden vormt het G. eenige der natuurlijke looizuren. G. vormt zich, tegelijk met suiker, wmnneer men een oplossing van looizuur aan de lucht laat staan, of met verdund zwavelzuur kookt. Het G. kan ook synthetisch worden daargesteld. Bij vergisting van een waterig afkooksel van galnoten ontstaat eveneens G. Evenals het looizuur neemt het G. gemakkelijk zuurstof uit de lucht op, vooral wanneer er sterke basen aanwezig zijn, en gaat daardoor over in gekleurde verbindingen; hierop berust het gaandeweg donkerder worden van onderscheidene, rijkelijk G. bevattende houtsoorten. Met potasch vermengd bezit het in hooge mate het vermogen om zuurstof op te nemen, waarom men het dikwijls bij de analyse van gassen gebruikt. In de photographie gebruikt men het om de beelden te voorschijn te roepen, daar het de goud-en zilversoorten onder afscheiding van het metaal reduceert. In de techniek bezigt men het tot bereiding van onderscheidene verfstoffen (galloeyanine, galleïne, galloflavine enz.).

< >