Gepubliceerd op 19-01-2021

G. j. th. beelaerts van blokland

betekenis & definitie

(Jhr. mr. ) Nederlandsch rechtsgeleerde en staatsman, geboren 1843 te Rotterdam. Na bevorderd te zijn tot doctor in de rechtswetenschap werd hij benoemd tot ambtenaar bij liet departement van justitie en in 1883 bij zijne verkiezing tot lid der Tweede Kamer voor het district Tiel als referendaris op wachtgeld gesteld.

Hij bekleedde onafgebroken tot aan zijn dood het lidmaatschap dier Kamer, waarin hij achtereenvolgens de districten Tiel, Steefiwijk en Delft vertegenwoordigde en waarvan hij van 1888 tot 1891 het voorzitterschap bekleedde. Bij de instelling van een gezantschap der Zuid-Afrikaansche Republiek bij de verschillende Europeesche hoven werd B. tot minister-resident benoemd, welk hoog ambt hij tot zijn dood bekleedde. B., die een der sieraden was van de behoudende partij in Nederland, werd meermalen aangezocht de portefeuille van justitie te aanvaarden, maar toonde zich ongeneigd als hoofd van dit departement op te treden en bleef zich met het ambt van volksvertegenwoordiger vergenoegen. Hij overleed in 1897 te ’s-Gravenhage.