(abbé) Fransch geestelijke, geb. 9 Jan. 1795, ontving in 1818 de priesterwijding, werd in 1823 veldprediker der kon. garde, vatte omstreeks 1830 het plan op een nieuwe kerk te stichten, verzamelde een aantal ontevreden geestelijken om zich heen, vorderde invoering van het gebruik der fransche taal in de plaats van de latijnsche in de liturgie, afschaffing van het celibaat enz., on richtte in 1831 de Eglise unitaire française op; C. nam daarop den titel van primas van Galliö aan, en vatte de geloofsleer der nieuwe kerk saam in de formule: La loi naturelle, toute la loi naturelle, rien que la loi naturelle. De zich snel over een 30-tal departementen verbreidende, echter weldra in oneenigheden vallende nieuwe kerk werd in 1842 van regeeringswege opgeheven.
C. stierf 13 Febr. 1857. Hij schreef: Profession de foi de l’Eglise catholique française (1831), Le code de l’humanité, ou l’humanité ramenée à la connaissance du vrai Dieu et au véritable socialisme (1838).
