Gepubliceerd op 18-03-2021

F. w. j. g. snijder van wissenkerke

betekenis & definitie

geb. 1856 te Middelburg, promoveerde in 1880 te Leiden tot doctor in de rechts- en staatswetenschappen op proefschrift Privilegiën in het stuk van belastingen, is sinds 1897 raad-adviseur aan het departement van justitie en sinds 1893 directeur van het bureau voor den industrieelen eigendom. Tevens is hij voorzitter van den „Haagschen Kunstkring” en lid van verschillende geleerde genootschappen.

Hij is Ridder in de orde van den Ned. Leeuw. Van hem verscheen o. a. Neerland's Staatsinrichting en die zijner koloniën (Den Haag 1881), De drankwet 1904, toegelicht uit hare geschiedenis en administratieve en rechterlijke beslissingen (Gouda 1904) en bijdragen op staats- en strafrechtelijk gebied in onderscheidene tijdschriften.