Gepubliceerd op 19-01-2021

Aquarium

betekenis & definitie

(van het latijnsche aqua, water). In het algemeen: elke inrichting om waterdieren of planten levend te bewaren.

De eischen van een A. wisselen overeenkomstig den aard van de schepselen waarvoor het bestemd is en zijn even verscheiden als de afmetingen. Verschillende zoologische inrichtingen hebben aquariums op groote schaal, als Artis te Amsterdam enz. Hoewel men reeds bij schrijvers van voor twee eeuwen melding vindt gemaakt van visschen die in bakken enz. in het leven werden gehouden, is het eigelijk A. eene uitvinding van de 19 eeuw. De verdienste, het eerst de natuur in het bewaren van dieren behouden te hebben, schijnt men te moeten toekennen aan Ward. Hij vormde in Londen in 1841 een zoetwater-aquarium, waarin voor het eerst de dieren in gezonden toestand werden gehouden door de nielleerende werking der planten.Gosse, dr. Price en anderen namen omstreeks 1850 proeven met zeedieren en zeeplanten; Mitchell, die toen secretaris was van de diergaarde te Londen, zag omstreeks dezen tijd bij dr. Bowerbank een klein aquarium, ingericht op het evenwichtsbeginsel, hetgeen leidde tot het inrichten van het vischhuis, zooals men het noemde, in genoemde diergaarde. Het werd in 1853 geopend en was het eerste ublieke aquarium, dat gebouwd werd. De akken zijn nu nog in hun oorspronkelijken toestand. Het inrichten van huisaquariums werd van toen de mode van den dag.

De algemeene belangstelling in publieke aquariums en in het bizonder die voor zeedieren, scheen toe te nemen naarmate de betrekkelijke mislukking van de huisaquariums den smaak voor deze verminderde. De oorzaken van de mislukking der meeste A’s ontstaan gedeeltelijk door gebrek aan juiste kennis en de oplettendheid en zorg, die vereischt worden, gedeeltelijk ook door de groote moeilijkheden, die de zaak zelve aankleven. Een aquarium, zelfs op de grootst mogelijke schaal ingericht en met iedere toepassing, die de wetenschap kan aangeven, vertoont slechts enkele toestanden, die in de natuur bestaan, en het ligt voor de hand dat met kleine bakken met een beperkte hoeveelheid water, zonder voortdurende beweging van de vloeistof, die aan zeeën en stroomen eigen is, onder de invloeden van licht en warmte, geheel verschillend van die in de natuur voorkomen, het welslagen van een huisaquarium slechts gedeeltelijk kan zijn.

Het minst omslachtige is het zoetwateraquarium ; van de dieren zijn daarin het gemakkelijkst te onderhouden de goudvisch en andere zoetwatervisschen, liefst in den jongen toestand; verder watervorschen, waterschorpioenen, waterslakken enz. Van de planten leenen zich voor het aquarium vele soorten van de geslachten Alisma, Sagittaria, Callitriche, Ceratophyllum, Hippurus, Mentha, Myriophyllum, Potamogeton, Utricularia enz. Zie ook Terrarium.