duitsch tooneelschrijver, geb. 8 Maart 1838 te Hamburg, bezocht het conservatorium te Leipzig, was kapelmeester te Keulen, Stuttgart, Pest en Berlijn, en was 1882—94 te Berlijn directeur van een z.g. Duitschen schouwburg, door hem in vereeniging met anderen opgericht; zijn bekendste stukken zijn: Doktor Klaus (1878), WoUhdtige Frauen (1879), Der Compagnon (1881), Lotos Valer (1892), Pastor Brose (1895), Annas Traum (1896), O.
Langmanns Witive (1899), Die Wolthater (1901); verder schreef hij het treurspel Die Loreley (1886), een werk over het duitsche tooneel en de duitsche tooneelspeelkunst (Berl.' 1896), enz.