Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

shopper

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] boodschappentas, winkeltas

- Uw boodschappentas vergeten? Geen probleem, winkeltassen verkopen wij ook!

[alg.] winkelwagen

- In het begin van de Corona-crisis maakten filiaalmedewerkers de winkelwagen voor de klant schoon, maar na een maand of wat mochten de kopers het karretje zelf ontsmetten.

[alg.] winkelaar, koper, klant

- Alles voor de klanten, zolang die betalen met pinpas of contanten.

< >