Werkwoorden vervoegen
zorgen
Tegenwoordige tijd zorgen
Ik zorg
Jij zorgt
zorg jij?
U zorgt
Hij/Zij/Het zorgt
Wij zorgen
Jullie zorgen
Zij zorgen
Verleden tijd van zorgen
Ik zorgde
Jij/U zorgde
Hij/Zij/Het zorgde
Wij zorgden
Jullie zorgden
Zij zorgden
Voltooid deelwoord van zorgen
gezorgd
Tegenwoordig deelwoord van zorgen
zorgend