Werkwoorden vervoegen
witten
Tegenwoordige tijd wit
Ik wit
Jij wit
wit jij?
U wit
Hij/Zij/Het wit
Wij witten
Jullie witten
Zij witten
Verleden tijd van wit
Ik witte
Jij/U witte
Hij/Zij/Het witte
Wij witten
Jullie witten
Zij witten
Voltooid deelwoord van wit
gewit
Tegenwoordig deelwoord van wit
wittend