Werkwoorden vervoegen
vertweevoudigen
Tegenwoordige tijd vertweevoudigen
Ik vertweevoudig
Jij vertweevoudigt
vertweevoudig jij?
U vertweevoudigt
Hij/Zij/Het vertweevoudigt
Wij vertweevoudigen
Jullie vertweevoudigen
Zij vertweevoudigen
Verleden tijd van vertweevoudigen
Ik vertweevoudigde
Jij/U vertweevoudigde
Hij/Zij/Het vertweevoudigde
Wij vertweevoudigden
Jullie vertweevoudigden
Zij vertweevoudigden
Voltooid deelwoord van vertweevoudigen
vertweevoudigd
Tegenwoordig deelwoord van vertweevoudigen
vertweevoudigend