Werkwoorden vervoegen
veroveren
Tegenwoordige tijd veroveren
Ik verover
Jij verovert
verover
U verovert
Hij/Zij/Het verovert
Wij veroveren
Jullie veroveren
Zij veroveren
Verleden tijd van veroveren
Ik veroverde
Jij/U veroverde
Hij/Zij/Het veroverde
Wij veroverden
Jullie veroverden
Zij veroverden
Voltooid deelwoord van veroveren
veroverd
Tegenwoordig deelwoord van veroveren
veroverend