Werkwoorden vervoegen
taxiën
Tegenwoordige tijd taxiën
Ik taxi
Jij taxiet
taxi jij?
U taxiet
Hij/Zij/Het taxiet
Wij taxiën
Jullie taxiën
Zij taxiën
Verleden tijd van taxiën
Ik taxiede
Jij/U taxiede
Hij/Zij/Het taxiede
Wij taxieden
Jullie taxieden
Zij taxieden
Voltooid deelwoord van taxiën
getaxied
Tegenwoordig deelwoord van taxiën
taxiënd