Werkwoorden vervoegen
sturen
Tegenwoordige tijd sturen
Ik stuur
Jij stuurt
stuur
U stuurt
Hij/Zij/Het stuurt
Wij sturen
Jullie sturen
Zij sturen
Verleden tijd van sturen
Ik stuurde
Jij/U stuurde
Hij/Zij/Het stuurde
Wij stuurden
Jullie stuurden
Zij stuurden
Voltooid deelwoord van sturen
gestuurd
Tegenwoordig deelwoord van sturen
sturend