Werkwoorden vervoegen
spotten
Tegenwoordige tijd spotten
Ik spot
Jij spot
spot jij?
U spot
Hij/Zij/Het spot
Wij spotten
Jullie spotten
Zij spotten
Verleden tijd van spotten
Ik spotte
Jij/U spotte
Hij/Zij/Het spotte
Wij spotten
Jullie spotten
Zij spotten
Voltooid deelwoord van spotten
gespot
Tegenwoordig deelwoord van spotten
spottend