Werkwoorden vervoegen
speculeren
Tegenwoordige tijd Speculeren
Ik speculeer
Jij speculeert
speculeer jij?
U speculeert
Hij/Zij/Het speculeert
Wij speculeren
Jullie speculeren
Zij speculeren
Verleden tijd van Speculeren
Ik speculeerde
Jij/U speculeerde
Hij/Zij/Het speculeerde
Wij speculeerden
Jullie speculeerden
Zij speculeerden
Voltooid deelwoord van Speculeren
gespeculeerd
Tegenwoordig deelwoord van Speculeren
speculerend