Werkwoorden vervoegen
redden
Tegenwoordige tijd redden
Ik red
Jij redt
red jij?
U redt
Hij/Zij/Het redt
Wij redden
Jullie redden
Zij redden
Verleden tijd van redden
Ik redde
Jij/U redde
Hij/Zij/Het redde
Wij redden
Jullie redden
Zij redden
Voltooid deelwoord van redden
gered
Tegenwoordig deelwoord van redden
reddend