Werkwoorden vervoegen
realiseren
Tegenwoordige tijd Realiseren
Ik realiseer
Jij realiseert
realiseer jij?
U realiseert
Hij/Zij/Het realiseert
Wij realiseren
Jullie realiseren
Zij realiseren
Verleden tijd van Realiseren
Ik realiseerde
Jij/U realiseerde
Hij/Zij/Het realiseerde
Wij realiseerden
Jullie realiseerden
Zij realiseerden
Voltooid deelwoord van Realiseren
gerealiseerd
Tegenwoordig deelwoord van Realiseren
realiserend