Werkwoorden vervoegen
rapporteren
Tegenwoordige tijd rapporteren
Ik rapporteer
Jij rapporteert
rapporteer jij?
U rapporteert
Hij/Zij/Het rapporteert
Wij rapporteren
Jullie rapporteren
Zij rapporteren
Verleden tijd van rapporteren
Ik rapporteerde
Jij/U rapporteerde
Hij/Zij/Het rapporteerde
Wij rapporteerden
Jullie rapporteerden
Zij rapporteerden
Voltooid deelwoord van rapporteren
gerapporteerd
Tegenwoordig deelwoord van rapporteren
rapporterend