Werkwoorden vervoegen
poweren
Tegenwoordige tijd poweren
Ik power
Jij/U powert
Hij/Zij/Het powert
Wij poweren
Jullie poweren
Zij poweren
Verleden tijd van poweren
Ik powerde
Jij/U powerde
Hij/Zij/Het powerde
Wij powerden
Jullie powerden
Zij powerden
Voltooid deelwoord van poweren
gepowerd
Tegenwoordig deelwoord van poweren
powerend