Werkwoorden vervoegen
pozen
Tegenwoordige tijd pozen
Ik poos
Jij poost
poos jij?
U poost
Hij/Zij/Het poost
Wij pozen
Jullie pozen
Zij pozen
Verleden tijd van pozen
Ik poosde
Jij/U poosde
Hij/Zij/Het poosde
Wij poosden
Jullie poosden
Zij poosden
Voltooid deelwoord van pozen
gepoosd
Tegenwoordig deelwoord van pozen
pozend