Werkwoorden vervoegen
peinzen
Tegenwoordige tijd Peinzen
Ik peins
Jij peinst
peins
U peinst
Hij/Zij/Het peinst
Wij peinzen
Jullie peinzen
Zij peinzen
Verleden tijd van Peinzen
Ik peinsde
Jij/U peinsde
Hij/Zij/Het peinsde
Wij peinsden
Jullie peinsden
Zij peinsden
Voltooid deelwoord van Peinzen
gepeinsd
Tegenwoordig deelwoord van Peinzen
peinzend