Werkwoorden vervoegen
opofferen
Tegenwoordige tijd opofferen
Ik offer op
Jij offert op
offer jij op?
U offert op
Hij/Zij/Het offert op
Wij offeren op
Jullie offeren op
Zij offeren op
Verleden tijd van opofferen
Ik offerde op
Jij/U offerde op
Hij/Zij/Het offerde op
Wij offerden op
Jullie offerden op
Zij offerden op
Voltooid deelwoord van opofferen
opgeofferd
Tegenwoordig deelwoord van opofferen
opofferend