Werkwoorden vervoegen
meedelen
Tegenwoordige tijd meedelen
Ik deel mee
Jij deelt mee
deel jij mee?
U deelt mee
Hij/Zij/Het deelt mee
Wij delen mee
Jullie delen mee
Zij delen mee
Verleden tijd van meedelen
Ik deelde mee
Jij/U deelde mee
Hij/Zij/Het deelde mee
Wij deelden mee
Jullie deelden mee
Zij deelden mee
Voltooid deelwoord van meedelen
meegedeeld
Tegenwoordig deelwoord van meedelen
meedelend