Werkwoorden vervoegen
medeleven
Tegenwoordige tijd medeleven
Ik leef mede
Jij leeft mede
leef jij mede?
U leeft mede
Hij/Zij/Het leeft mede
Wij leven mede
Jullie leven mede
Zij leven mede
Verleden tijd van medeleven
Ik leefde mede
Jij/U leefde mede
Hij/Zij/Het leefde mede
Wij leefden mede
Jullie leefden mede
Zij leefden mede
Voltooid deelwoord van medeleven
medegeleefd
Tegenwoordig deelwoord van medeleven
medelevend