Werkwoorden vervoegen
malen (andere betekenissen)
Tegenwoordige tijd maal
Ik maal
Jij maalt
maal jij?
U maalt
Hij/Zij/Het maalt
Wij malen
Jullie malen
Zij malen
Verleden tijd van maal
Ik maalde
Jij/U maalde
Hij/Zij/Het maalde
Wij maalden
Jullie maalden
Zij maalden
Voltooid deelwoord van maal
gemaald
Tegenwoordig deelwoord van maal
malend
malen (fijnmaken; water uitslaan)
Tegenwoordige tijd maal
Ik maal
Jij maalt
maal jij?
U maalt
Hij/Zij/Het maalt
Wij malen
Jullie malen
Zij malen
Verleden tijd van maal
Ik maalde
Jij/U maalde
Hij/Zij/Het maalde
Wij maalden
Jullie maalden
Zij maalden
Voltooid deelwoord van maal
gemalen
Tegenwoordig deelwoord van maal
malend