Werkwoorden vervoegen
loodsen
Tegenwoordige tijd loodsen
Ik loods
Jij loodst
loods jij?
U loodst
Hij/Zij/Het loodst
Wij loodsen
Jullie loodsen
Zij loodsen
Verleden tijd van loodsen
Ik loodste
Jij/U loodste
Hij/Zij/Het loodste
Wij loodsten
Jullie loodsten
Zij loodsten
Voltooid deelwoord van loodsen
geloodst
Tegenwoordig deelwoord van loodsen
loodsend