Werkwoorden vervoegen
legateren
Tegenwoordige tijd legateren
Ik legateer
Jij legateert
legateer jij?
U legateert
Hij/Zij/Het legateert
Wij legateren
Jullie legateren
Zij legateren
Verleden tijd van legateren
Ik legateerde
Jij/U legateerde
Hij/Zij/Het legateerde
Wij legateerden
Jullie legateerden
Zij legateerden
Voltooid deelwoord van legateren
gelegateerd
Tegenwoordig deelwoord van legateren
legaterend