Werkwoorden vervoegen
lamenteren
Tegenwoordige tijd lamenteren
Ik lamenteer
Jij lamenteert
lamenteer jij?
U lamenteert
Hij/Zij/Het lamenteert
Wij lamenteren
Jullie lamenteren
Zij lamenteren
Verleden tijd van lamenteren
Ik lamenteerde
Jij/U lamenteerde
Hij/Zij/Het lamenteerde
Wij lamenteerden
Jullie lamenteerden
Zij lamenteerden
Voltooid deelwoord van lamenteren
gelamenteerd
Tegenwoordig deelwoord van lamenteren
lamenterend