Werkwoorden vervoegen
karakteriseren
Tegenwoordige tijd karakteriseren
Ik karakteriseer
Jij karakteriseert
karakteriseer jij?
U karakteriseert
Hij/Zij/Het karakteriseert
Wij karakteriseren
Jullie karakteriseren
Zij karakteriseren
Verleden tijd van karakteriseren
Ik karakteriseerde
Jij/U karakteriseerde
Hij/Zij/Het karakteriseerde
Wij karakteriseerden
Jullie karakteriseerden
Zij karakteriseerden
Voltooid deelwoord van karakteriseren
gekarakteriseerd
Tegenwoordig deelwoord van karakteriseren
karakteriserend