Werkwoorden vervoegen
heiligen
Tegenwoordige tijd heilig
Ik heilig
Jij heiligt
heilig jij?
U heiligt
Hij/Zij/Het heiligt
Wij heiligen
Jullie heiligen
Zij heiligen
Verleden tijd van heilig
Ik heiligde
Jij/U heiligde
Hij/Zij/Het heiligde
Wij heiligden
Jullie heiligden
Zij heiligden
Voltooid deelwoord van heilig
geheiligd
Tegenwoordig deelwoord van heilig
heiligend