Werkwoorden vervoegen
helen
Tegenwoordige tijd heel
Ik heel
Jij heelt
heel jij?
U heelt
Hij/Zij/Het heelt
Wij helen
Jullie helen
Zij helen
Verleden tijd van heel
Ik heelde
Jij/U heelde
Hij/Zij/Het heelde
Wij heelden
Jullie heelden
Zij heelden
Voltooid deelwoord van heel
geheeld
Tegenwoordig deelwoord van heel
helend