Werkwoorden vervoegen
steriliseren
Tegenwoordige tijd steriliseren
Ik steriliseer
Jij steriliseert
steriliseer jij?
U steriliseert
Hij/Zij/Het steriliseert
Wij steriliseren
Jullie steriliseren
Zij steriliseren
Verleden tijd van steriliseren
Ik steriliseerde
Jij/U steriliseerde
Hij/Zij/Het steriliseerde
Wij steriliseerden
Jullie steriliseerden
Zij steriliseerden
Voltooid deelwoord van steriliseren
gesteriliseerd
Tegenwoordig deelwoord van steriliseren
steriliserend