Werkwoorden vervoegen
hydrolyseren
Tegenwoordige tijd hydrolyseren
Ik hydrolyseer
Jij hydrolyseert
hydrolyseer jij?
U hydrolyseert
Hij/Zij/Het hydrolyseert
Wij hydrolyseren
Jullie hydrolyseren
Zij hydrolyseren
Verleden tijd van hydrolyseren
Ik hydrolyseerde
Jij/U hydrolyseerde
Hij/Zij/Het hydrolyseerde
Wij hydrolyseerden
Jullie hydrolyseerden
Zij hydrolyseerden
Voltooid deelwoord van hydrolyseren
gehydrolyseerd
Tegenwoordig deelwoord van hydrolyseren
hydrolyserend