Werkwoorden vervoegen
eren
Tegenwoordige tijd geëerd
Ik eer
Jij eert
eer jij?
U eert
Hij/Zij/Het eert
Wij eren
Jullie eren
Zij eren
Verleden tijd van geëerd
Ik eerde
Jij/U eerde
Hij/Zij/Het eerde
Wij eerden
Jullie eerden
Zij eerden
Voltooid deelwoord van geëerd
geëerd
Tegenwoordig deelwoord van geëerd
erend