Werkwoorden vervoegen
erkennen
Tegenwoordige tijd erkennen
Ik erken
Jij erkent
erken jij?
U erkent
Hij/Zij/Het erkent
Wij erkennen
Jullie erkennen
Zij erkennen
Verleden tijd van erkennen
Ik erkende
Jij/U erkende
Hij/Zij/Het erkende
Wij erkenden
Jullie erkenden
Zij erkenden
Voltooid deelwoord van erkennen
erkend
Tegenwoordig deelwoord van erkennen
erkennend