Werkwoorden vervoegen
brevieren
Tegenwoordige tijd brevieren
Ik brevier
Jij breviert
brevier jij?
U breviert
Hij/Zij/Het breviert
Wij brevieren
Jullie brevieren
Zij brevieren
Verleden tijd van brevieren
Ik brevierde
Jij/U brevierde
Hij/Zij/Het brevierde
Wij brevierden
Jullie brevierden
Zij brevierden
Voltooid deelwoord van brevieren
gebrevierd
Tegenwoordig deelwoord van brevieren
brevierend