Werkwoorden vervoegen
boeken
Tegenwoordige tijd boek
Ik boek
Jij boekt
boek jij?
U boekt
Hij/Zij/Het boekt
Wij boeken
Jullie boeken
Zij boeken
Verleden tijd van boek
Ik boekte
Jij/U boekte
Hij/Zij/Het boekte
Wij boekten
Jullie boekten
Zij boekten
Voltooid deelwoord van boek
geboekt
Tegenwoordig deelwoord van boek
boekend