Werkwoorden vervoegen
bladeren
Tegenwoordige tijd bladeren
Ik blader
Jij bladert
blader
U bladert
Hij/Zij/Het bladert
Wij bladeren
Jullie bladeren
Zij bladeren
Verleden tijd van bladeren
Ik bladerde
Jij/U bladerde
Hij/Zij/Het bladerde
Wij bladerden
Jullie bladerden
Zij bladerden
Voltooid deelwoord van bladeren
gebladerd
Tegenwoordig deelwoord van bladeren
bladerend