Werkwoorden vervoegen
betwijfelen
Tegenwoordige tijd betwijfelen
Ik betwijfel
Jij betwijfelt
betwijfel
U betwijfelt
Hij/Zij/Het betwijfelt
Wij betwijfelen
Jullie betwijfelen
Zij betwijfelen
Verleden tijd van betwijfelen
Ik betwijfelde
Jij/U betwijfelde
Hij/Zij/Het betwijfelde
Wij betwijfelden
Jullie betwijfelden
Zij betwijfelden
Voltooid deelwoord van betwijfelen
betwijfeld
Tegenwoordig deelwoord van betwijfelen
betwijfelend