Werkwoorden vervoegen
besmetten
Tegenwoordige tijd besmetten
Ik besmet
Jij besmet
besmet jij?
U besmet
Hij/Zij/Het besmet
Wij besmetten
Jullie besmetten
Zij besmetten
Verleden tijd van besmetten
Ik besmette
Jij/U besmette
Hij/Zij/Het besmette
Wij besmetten
Jullie besmetten
Zij besmetten
Voltooid deelwoord van besmetten
besmet
Tegenwoordig deelwoord van besmetten
besmettend