Werkwoorden vervoegen
beschrijven
Tegenwoordige tijd beschrijven
Ik beschrijf
Jij beschrijft
beschrijf jij?
U beschrijft
Hij/Zij/Het beschrijft
Wij beschrijven
Jullie beschrijven
Zij beschrijven
Verleden tijd van beschrijven
Ik beschreef
Jij/U beschreef
Hij/Zij/Het beschreef
Wij beschreven
Jullie beschreven
Zij beschreven
Voltooid deelwoord van beschrijven
beschreven
Tegenwoordig deelwoord van beschrijven
beschrijvend