Werkwoorden vervoegen
beoordelen
Tegenwoordige tijd Beoordelen
Ik beoordeel
Jij beoordeelt
beoordeel jij?
U beoordeelt
Hij/Zij/Het beoordeelt
Wij beoordelen
Jullie beoordelen
Zij beoordelen
Verleden tijd van Beoordelen
Ik beoordeelde
Jij/U beoordeelde
Hij/Zij/Het beoordeelde
Wij beoordeelden
Jullie beoordeelden
Zij beoordeelden
Voltooid deelwoord van Beoordelen
beoordeeld
Tegenwoordig deelwoord van Beoordelen
beoordelend